Financiële veranderingen in 2026
De laagste inkomens, degenen die tussen de 1.000 en 2.000 euro netto per maand verdienen, gaan er volgend jaar ook iets op vooruit. Wel is hun inkomen nog altijd lager dan in 2024, omdat ze er begin dit jaar stevig op achteruitgingen. Naast het loon gaan ook de uitkeringen, zoals de WW, de AOW en de bijstand, omhoog. Dat geldt ook voor veel aanvullende pensioenen.
De huren gaan stevig omhoog. Vanaf 1 januari mogen verhuurders in de vrije sector hun prijzen met maximaal 4,4 procent verhogen. In de middenhuur, met maandelijkse huren tussen de 900 en 1.185 euro, mag de verhoging 6,1 procent zijn. In de sociale huursector is de maximale huurstijging 4,1 procent. Die verhoging gaat in per 1 juli.
In 2026 komen meer mensen in aanmerking voor huurtoeslag. Er is geen huurplafond (tot dit jaar 900 euro), dus ook mensen met een hogere huur komen in aanmerking voor huurtoeslag. Daarnaast gaat de minimumleeftijd omlaag van 23 naar 21 jaar. De zorgtoeslag gaat omlaag. Zo ontvangen alleenstaanden dit jaar nog maximaal 131 euro per maand. Dat wordt na de jaarwisseling 129 euro. Gehuwden en samenwonenden gaan terug van maximaal 250 naar 246 euro per maand. Het kindgebonden budget en de kinderbijslag stijgen.
